Verantwoordelijke vertegenwoordiger

Het compromis is niet populair meer, ook het polderen niet. Het duurt te lang, de uitkomst is meestal niet sensationeel (want een compromis waarbij alle partijen een beetje gelijk krijgen (wat ze vaak ook allemaal een beetje hebben)). En zo zien we dat in de Tweede Kamer steeds minder partijen geneigd zijn verantwoordelijkheid te nemen. Bestuurlijke partijen die verantwoordelijkheid nemen leggen het af tegen oppositionele partijen die dat niet willen. Kan er nog wel geregeerd worden?

Vertegenwoordigen en verantwoordelijkheid nemen
Politici die vertegenwoordigen en verantwoordelijkheid nemen. Dat is het ideaal, want de gedachte is dat de vertegenwoordigers samen het land besturen. Maar steeds vaker is er een verschil te zien tussen politici die vertegenwoordigen en die verantwoordelijkheid nemen. Bij de eerste zien we herkenbaarheid, maar ook afwijzen van compromissen. Daardoor zullen de kiezers even blij zijn: hij doet wat hij zegt! Maar ze zien geen vooruitgang, omdat er nu eenmaal gezocht moet worden naar een compromis. Bij de tweede zien kiezers verantwoordelijkheid, maar de kiezers herkennen zich er niet in. Ze hadden gestemd voor of tegen bepaalde maatregelen. Wat er uiteindelijk gebeurt is iets daartussenin.

Alleen middelgrote partijen maakt het lastiger
Dat is misschien nog lastiger nu er vooral middelgrote partijen zijn. Want dan moeten meer partijen ingewikkeldere compromissen sluiten. Deze bestuurlijke partijen zijn daardoor kwetsbaar. Dat zien we bij de regeringspartijen VVD, CDA, CU en D66. Maar ook bij PvdA en GroenLinks die zich bestuurlijk opstellen en bereid zijn iets in te leveren. Zij groeien minder dan de Partij voor de Dieren. Ze zijn bereid mee te praten met het kabinet om iets terug te krijgen, zoals bijvoorbeeld bij de pensioenwetgeving. Ze hebben het ook maar al te vaak geleerd in gemeenten waar verantwoordelijkheid nemen er nu eenmaal bijhoort als je groter bent. Die ervaring met besturen verklaart ook de bestuurlijke inzet van SGP die in sommige streken bijna niet bestaat, maar in andere de grootste partij is. Denk aan Tholen, Rhenen, Barneveld of Urk.

Bestuurlijk verliest van oppositioneel werken
De bestuurlijken nemen een steeds kleiner deel van de Kamer in. Als we de huidige regeringspartijen, GroenLinks, PvdA en SGP bij elkaar nemen, dan peilen ze nu op minder dan 50%. Nu is de democratie wendbaar en we weten niet hoe het vanzelf mogelijk goed komt. Maar het ziet er niet naar uit dat partijen die vertegenwoordigen gemakkelijk verantwoordelijkheid gaan nemen. Nemen we BBB – die zich nog moet bewijzen – mee met de bestuurlijke partijen, dan ziet het er beter uit met iets meer dan 60%. Maar in Brabant haakte BBB al af: verantwoordelijkheid nemen is pijnlijk.

Hoe te doorbreken?
De PvdA heeft geprobeerd dit te doorbreken door uit te ruilen. Jullie krijgen je zin op A als ik mijn zin krijg op B. Zo kon effectieve VVD-minister Blok het hele volkshuisvestingsbeleid bijsturen richting een kleinere rol voor woningcorporaties. Dit wordt de PvdA nog steeds nagedragen, terwijl bijvoorbeeld de begrenzing van de topinkomens in de publieke sector allang vergeten is. Dat werkt dus niet.

Het medialandschap geeft steeds minder ruimte voor het compromis. Verlies is altijd pijnlijker dan winst in de onderhandelingen. Er zullen dus meer mensen naar boven komen drijven die verliezen bij het compromis. Zij worden eerder geretweet. Er is weinig ruimte om je compromis uit te leggen, want het moet in 140 tekens of een plaatje passen. Gevolg is dat verantwoordelijke partijen meer moeite zullen hebben om de verantwoordelijkheid te nemen. Sterker: de verantwoordelijke politici zullen sneller pure vertegenwoordigers worden omdat dat stevig beloond wordt door de kiezers. We zien het in de VVD al opkomen. Van de partijen die besturen krijgt alleen de grootste partij voordeel (de premierbonus). Maar nu Rutte al zo lang zit, wordt de premierbonus kleiner en kleiner. Daarom zijn die congressen van de VVD zo levendig fel op Rutte. De overige verliezen of worden zelfs weggevaagd.

Progressief akkoord of rechts akkoord?
Mogelijk werkt de polarisatiestrategie van links uit de jaren 70 waarbij bestuurlijke en minder bestuurlijke partijen samen een progressief akkoord sloten. Ik heb nooit begrepen waarom de rechtse partijen dat niet doen. Of schaduwkabinetten zoals we dat kennen uit het Verenigd Koninkrijk en Canada. De alternatieve regering is dan wel herkenbaar, maar moet ook haalbare voorstellen doen in plaats van gemakkelijk tegen stemmen.

Onze overheid, onze keuzen
Maar ook bij de kiezers moet iets gebeuren. Er is te weinig besef dat het onze overheid is en dat wij samen verantwoordelijk zijn voor keuzen. Je kunt niet tegen internationale verdragen ingaan, je kunt niet oneindig geld uitgeven, je kunt niet vuile bedrijven naar China laten gaan zonder afhankelijk te worden van China. Echt democratisering is niet alleen voor je eigen belang maar ook naar anderen luisteren en accepteren dat je soms niet 100% gelijk kan krijgen. Dat kunnen mensen best leren: op school, in je buurt, op je werk en in burgerberaden.

Er moet iets gebeuren. Wat anders overblijft zijn uitsluitend vertegenwoordigers die geen verantwoordelijkheid nemen en burgers die blijven klagen en zich opstellen als consument van de politiek.